Informatie Nederlandse Runderrassen
Regionale rundveerassen in Europa.
Hoe behouden we diversiteit
De diversiteit in de Nederlandse en Europese melkveepopulatie is de afgelopen decennia flink teruggelopen.
Het Holstein Friesian ras is dominant geworden door een succesvolle selectie op melkproductie.
Veel regionale runderrassen in Europa zijn voor een groot deel vervangen door een klein aantal gespecialiseerde
melk- en vleesrassen. Hierdoor zijn deze regionale (dubbeldoel)rassen onder druk komen te staan, echter deze rassen
zijn zowel qua genetische diversiteit als vanuit cultuurhistorisch oogpunt van grote waarde.
Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) coƶrdineerde een vierjarige Europees
project met de naam EURECA: "Towards selfsustainability of EUropan REgional CAttle breeds"
(co-financiering van de Europese Commissie) dat draait om het duurzame behoud van lokale Europese runderrassen.
Aan dit project deden partners uit tien Europese landen mee. Doel was om de status van lokale rassen in Europa beter te begrijpen, om factoren te
identificeren die bijdragen aan het succes van rassen, en om ervaringen uit te wisselen over de ontwikkeling
van effectieve strategieƫn voor het behoud van deze rassen. In het EURECA-project zijn zestien rassen uit
negen landen in detail onder de loep genomen worden. Een belangrijke vraag was waarom sommige lokale rassen
het goed doen, terwijl andere juist afnemen in aantal. Waarom kiest in Nederland de ene veehouder specifiek
of nog steeds voor Blaarkop of MRIJ en is de andere veehouder juist van dit ras afgestapt? Naast het
interviewen van veehouders en andere belanghebbenden zijn al bestaande publicaties en data geanalyseerd.
Ook is in een aantal Europese landen bekeken welke rol een genenbank heeft voor het behoud van diversiteit
in runderrassen. Bovendien werd in het project bekeken welke kennis, methodes en computerprogramma's
beschikbaar zijn, ten behoeve van de praktische fokkerij.
Veeverbetering / Fokkerijbeleid
Nederland kent van oudsher verschillende rundveerassen of veeslagen zoals men dit destijds noemde. In 1906 werden de eigenschappen van drie veeslagen in
Nederland als volgt beschreven: de zwartbonten die vooral werden gekenmerkt door de melkvorm, met een verhouding van melk- vleesgeschiktheid van 70-30;
het MRIJ (Maas Rijn IJssel) met een verhouding melk- vleesgeschiktheid van 50-50; en de Groningse zwartblaren met een verhouding van 60-40. Ook de basis
van de Holstein Friesian (HF) is naar Nederland terug te herleiden. Hiervoor moet men terug gaan naar het einde van de negentiende eeuw, toen nakomelingen
van de Nederlandse zwartbonte stier Jacob 2, geboren in 1877, naar Amerika werden geëxporteerd.
Lees meer...
MRIJ, Maas-Rijn-IJssel vee
Het MRIJ rund is een roodbont dubbeldoel ras, van oorsprong uit het rivierengebied van Nederland. Het is een zelfredzaam ras, makkelijk te managen.
Lees meer...
Brandrood rund
Brandrode runderen zijn egaal diep donkerrood of bruinrood van kleur met witte aftekeningen: een witte kol, een witte buik, witte staartpunt en witte sokken.
Tong en verhemelte zijn soms gepigmenteerd. Het Brandrode rund is sterk en sober, kan zich goed aanpassen en blijkt redelijk winterhard.
Lees meer...
De Groninger Blaarkop
De Groninger Blaarkop is een oud Nederlands ras waarvan de eerste beschrijvingen dateren uit de veertiende eeuw. In het begin van de 20ste eeuw kwam de
Blaarkop vooral voor in Groningen en in de Rijnstreek tussen Leiden en Utrecht.
Lees meer...
MRIJ, Maas-Rijn-IJssel vee
- Barwegen,Martine, 2009.
Kruisen is gokken, niet fokken
Veeteelt 26(2009)11: 44-45.
- Buter, Jan, 2010.
Allermooiste MRIJ koe staat op stal in Barchem
Stentor 25 februari 2010.
- CGN, 2009.
Brochure MRIJ.
EU GENRES 870/04 project EURECA. Centrum voor Genetische Bronnen Nederlands (CGN), Wageningen UR.
- Eijndhoven, Myrthe van.
Genetic Diversity in Dutch Cattle Breeds (MRY and FH).
- Knaap,Jaap van der, 2005.
MRIJ-normen: Te weinig onderzoek voor eigen MRIJ-excretienorm
Veeteelt 22(2005)7: 24.
Brandrood rund
De Groninger Blaarkop
- Barkema, Ben, Brouwer,Jos en Wiersema Menko, 2009.
Blaarkopbedrijven in het groene hart
Lelystad : Rivierduin G38 Advies. Notitie over het behoud van Blaarkoppen in het Groene Hart.
- CGN, 2009.
Brochure Groninger Blaarkop.
EU GENRES 870/04 project EURECA. Centrum voor Genetische Bronnen Nederlands (CGN), Wageningen UR.
- Jong, Gertjan de en Berentsen, Paul, 2003.
Blaarkoppen bekeken: blaren kunnen in extensieve situatie concurreren met HF-koeien.
Veeteelt 20(2003)8: 10-12.
- Gaalen, Kees van, e.al., 2009.
Blaarkoppen in het Groene Hart.
Boek: In opdracht van Provincie Zuid-Holland
- Gerbrandy, Annemarie, 2009.
Trots op raszuivere veestapel : fokker en zelfzuivelaar Theo Warmerdam droomt van polder vol Blaarkoppen.
Nieuwe oogst. 4 april 2009.
- Winter, M.A. de, T.A. Vogelzang en J. van Schaick., 2010.
De blaarkop: ouderwets goed; Inventarisatie van de mogelijkheden voor een dubbeldoelkoe in deze tijd.
Den Haag, LEI, 2010, Rapport 2010-014; ISBN 978-90-8615-424-1.
- Zanderink, Rene, 2007.
Blaarkoppen in het Groene Hart: productie Leidse kaas bij familie Warmerdam ondenkbaar zonder blaarkoppen.
Veeteelt 24(2007)10: 42-44.
- Zessen, Tijmen van, 2006.
Verslinders van ruwvoer: Siem van der Hulst: "Blaarkopfokkers zijn van oudher lagekostenboeren".
Veeteelt 23(2006)13: 18-19.
Overige
- Booij, Alice, 2005.
Hollands glorie opnieuw onder de aandacht: MRIJ, FH en blaarkoppen in beeld voor kruisen dankzij bespiering en soberheid : kruisen: Hollandse rassen
Veeteelt 22(2005)20: 76-77.
- CGN, 2009.
Cryoconservering van runderrassen in Nederland.
EU GENRES 870/04 project EURECA. Centrum voor Genetische Bronnen Nederlands (CGN), Wageningen UR.
- Hiemstra, Sipke Joost, 2009.
Revival runderrassen?
V-focus april 2009: 22-23.
- Knaap,Jaap van der, 2010.
De teloorgang van lokale rassen
Veeteelt april 1 2010.
- Oldenbroek, Kor, Hiemstra, Sipke Joost en Fikse, Freddy, 2007.
Mondiale verspreiding hf genen: spermahandel jaarlijks goed voor 100 miljoen euro
Veeteelt 24 (2007)21: 12-15.
- Oldenbroek, Kor en Hiemstra, Sipke Joost,
Diversiteit wereldwijd onder druk: : fokken alleen mogelijk bij gratie van en verschillende rassen en rassen met genetische variatie.
24 (2007)8: 12-15.
- Tinholt, Simone, 2003.
Dieptepunt voorbij.Nederlandse zeldzame runderrassen nemen toe in aantal
Veeteelt 20(2003)8: 36-38.
|